Ze zijn leuk, lief, aaibaar, aandoenlijk, speels, ondeugend en vooral klein. Kittens. Als je ze ziet, wil je ze hebben. Zo’n kleintje laat je niet los en voor je het weet racet zo’n mini-kat door je huiskamer of vind je het ‘bolletje wol’ onderin je heuptas. Het grote opvoeden is begonnen. 

Houd rekening met hun nieuwsgierigheid
Zo’n kitten is vooral heel nieuwsgierig, dus als jij ook maar even de la opentrekt, zit hij erin.  Check voordat je naar je werk gaat je rugtas. Je zult niet de eerste zijn die al fietsend met de tas op de rug steeds omkijkt omdat je gemiauw hoort. 

Maak de omgeving veilig
Voor de veiligheid van de kleine is het belangrijk in ieder geval elektrasnoeren in huis weg te werken en het balkon af te schermen. Dat geldt ook voor een vijver en giftige planten. Safety first. 

Geef ze de ruimte
Een kitten wil spelen, net als een klein kind. Zorg er dus voor dat dat kan. Verzin verstopplekjes, maak klauterplankjes of kleine trapjes. Als het diertje wat ouder wordt en gaat puberen, zijn vaak de gordijnen of die leren heuptas dames (die zo lekker ruikt) van jou aan de beurt. Als je dat niet wilt, is het van belang alternatieven aan te bieden. Een krabpaal is een must. 

Wijs hun plek aan
Dieren hebben een eigen plekje nodig. Zorg voor een veilige rustige stek waar het beestje kan slapen en wijs de weg naar de kattenbak en de plek waar het eten en drinken staat. 

Wanneer naar buiten
Laat ze pas naar buiten nadat ze zijn gechipt en ‘geholpen’ zijn. Dan zijn ook andere katten veilig en is je eigen kat altijd terug te vinden. 

Zorg voor hun gezondheid
Zorg dat het dier ontwormd, ontvlooid en ingeënt is. Ook is het goed om regelmatig de vacht te kammen. Daarmee bouw je niet alleen een band met het diertje op, maar houd je ook schilfers en ander vuil op afstand. Het dier blijft schoon. Je ontdekt op deze manier ook bijvoorbeeld wondjes, die je direct kunt verzorgen.